roptrotherapie

Roptrotherapie

Wat is roptrotherapie?

Roptrotherapie of roptropraxis is een behandelmethode die zijn oorsprong heeft in Japan. Ze werd in België geïntroduceerd, wetenschappelijk onderbouwd en gedoceerd door wijlen heer André Farasyn (†2016). De Roptropracticus maakt gebruik van een bronzen T-bar om een zeer diepe, dwarse frictiemassage te geven op de weke delen. De bedoeling van deze therapie is om verhardingen die aanwezig zijn in de spieren los te maken om op lange termijn de gewrichten weer beweeglijk te maken en de oorspronkelijke pijn te reduceren.

Myogelosen – Fibrosering

De spierverhardingen of spierverklevingen die met roptrotherapie behandeld kunnen worden noemen we ook myogelosen of fibroseringen. Bij gezonde spieren liggen de spiervezels allemaal mooi parallel naast elkaar. Bij verkleving ontstaan er bindweefselbruggen (= cross bridging), deze liggen kris-kras door mekaar ipv mooi parallel. Indien deze verklevingen zich ophopen tot een verharde, pijnlijke knobbel spreken we van een myogelose. Ze komen veelvuldig voor in de nek- en schouderregio (= trapeziussyndroom), tussen de schouderbladen, in de lange rechte rugspieren, in de lumbale wervelzuil, in de bilspieren, adductoren, hamstrings en kuitspieren.

Deze myogelosen kunnen verschillende oorzaken hebben:

  • Overbelasting van de spieren. Dit kan voorkomen bij zware arbeid met repetitieve bewegingen maar ook bij langdurig in dezelfde houding werken zoals bij bureau- en computerwerk.
  • Spierverrekking bij sporters. Verrekkingen en spierscheuren geven inwendige littekens en verklevingen. Vaak zal een sporter (vooral bij explosieve sporten) recidieven doen op dezelfde plaatsen door de aanwezigheid van deze verklevingen.
  • Virale infectie
  • (Chronische) stress

De Therapie

Roptrotherapie wordt bij aanvang eerder als pijnlijk ervaren omdat men diep in de pijnlijke verklevingen gaat werken, veel dieper dan men met de handen kan masseren. Na enkele sessies is de toepassing ervan veel beter te verdragen. Omdat de verkleefde vezels definitief losgetrokken en verbroken worden dient men ook rekening te houden met volgende bijwerkingen:

  • Vermoeidheid, slaperigheid: dit heeft te maken met het vrijkomen van afvalstoffen uit de myogelosen.
  • Blauwe plekken: dit is soms onvermijdelijk omdat de verkleefde vezels letterlijk stuk gewreven moeten worden. Het gaat meestal om zeer lichte hematomen, gelig van kleur, ze trekken snel weg en zijn niet schadelijk.
  • Stramme spieren 1 à 2 dagen na de behandeling.

Tegenover deze bijwerkingen staat wel dat roptrotherapie erg efficiënt is en vrij snel een definitief resultaat geeft. Omdat roptrotherapie de oorzaak van de  klachten aanpakt is het resultaat vaak blijvend, ook indien de klachten reeds jaren lang aanwezig waren. Een jaren lange viscieuze cirkel van chronische pijn, spierspanningen en bewegingsbeperking kan op deze manier doorbroken worden.

Evidence based

Roptrotherapie is een ‘evidence based’ behandelmethode voor chronische aspecifieke lage rugpijn (= rugpijn waarbij geen duidelijke oorzaak gevonden werd.) Dit wil zeggen dat men aan de hand van wetenschappelijk onderzoek heeft kunnen aantonen dat roptrotherapie doeltreffend werkt voor deze pathologie.

Myopain Center Nazareth-Eke

De naam ‘myopain center’ wordt gebruikt voor praktijken waar therapeuten werkzaam zijn die een opleiding roptrotherapie volgden.  Deze naam moet een standaard en een referentie zijn voor gezondheidswerkers die zich de theoretische kennis en de praktische vaardigheden van roptrotherapie eigen maakten in een gespecialiseerde cursus gegeven door wijlen heer André Farasyn (†2016). Deze therapeuten werken veilig daar zij goed op de hoogte zijn van de indicaties en de contra-indicaties van roptrotherapie.

Indicaties Roptrotherapie

Het effect van roptrotherapie bij chronische aspecifieke lage rugpijn werd uitgebreid onderzocht en aangetoond (klik hier voor info.) Roptrotherapie heeft echter meer indicaties. Het kan gebruikt worden bij zowat alle aandoeningen waarbij structurele veranderingen in de weke delen de oorzaak zijn voor aanhoudende klachten.

  • Rugpijn: (chronische) lage rugpijn al dan niet met uitstraling, acute lumbago, recidiverende  rugblokkades
  • Nekpijn: torticollis, recidiverende nekblokkades, uitstralende pijn in de schouder
  • Ledematen: trapeziussyndroom, PSH (schouderklachten afkomstig van de weke delen), tenniselleboog, golferselleboog, ontstekingsverschijnselen (tendinitis, insertietendinopathie, bursitis)
  • RSI-klachten
  • Hoofdpijn: cervicogene hoofdpijn, spanningshoofdpijn
  • Sportletsels: recidiverende verrekkingen of spierscheuren, overbelastingsletsels, tendinitis, spierkrampen
  • Bezenuwing: uitstralende pijn in de ledematen, tintelingen, krachtsverlies, zenuwinklemmingen (neuro-entrapment gevoelszenuwen Rr. dorsalis van Nn. thoracica en Nn. clunei)